zaterdag 26 februari 2022

Na weken van harde regen, storm en kou is het eindelijk iets langer dan een half uurtje droog. Dus ik doe een rondje door de tuin en probeer mijn handen op mijn rug te houden. Ik bedoel dat ik niet moet gaan trekken aan dode stengels en zo. Gewoon afblijven, en rustig wachten tot het zichzelf allemaal omhoog duwt. Alleen maar kijken wat er allemaal staat. Ik zie puntjes van Persicaria. Ik zie nieuwe bladeren van Hemerocallis. Ik zie tulpjes. Ik zie rozetjes van primula’s. Nou ja, en zo nog honderd dingen. Afblijven, Tru.
Ik zit dit jaar voor het eerst in mijn boshoekje, achterin de tuin, met uitzicht op ons huis en dat van de buren. Dat hoekje wordt straks een hommelparadijsje. Ik heb er van alles geplant wat hommels lekker vinden omdat het een warm, windstil plekje is. Diep weg in de tuin, op het laagste punt van de wierde op ons terrein. Met een leuk uitzicht op de omringende huizen die verspringen omdat ze op de helling staan. Ik heb het eerder getekend, maar ieder jaar treft het me weer hoe uniek en bijzonder dit eigenlijk is. De kerktoren en de grote kastanjeboom op de achtergrond.
Ik ben dan wel geen hommel, maar ook ik geniet hier van het uitzicht en de warmte in het vroege voorjaar. Vanmiddag zou het ongeveer 9 graden worden. Alles is klaar: er staat Tranchystemon, mijn fantastische vroege blauwe bloeier, een treurwilgje en twee soorten crocus. Tot vanmiddag jongens!