
Ik stond vanmorgen aan het aanrecht na te denken waar ik vandaag zou gaan tekenen. Lastig als het af en toe regent en tussendoor stralend weer is.
En toen drong het tot me door dat ik ook het uitzicht vanuit de keuken kon tekenen. Fijn; ik pak mijn spullen. Ik ben vooraan begonnen met de paarse Salvia ‘Purple Hotlips’ die tegen het keukenraam op groeit. Ik heb haar onlangs behoorlijk diep ingeknipt, maar dat vond ze kennelijk fijn, want ze bloeit overdadig met haar paars-gestifte lippen. Ik houd alleen niet van haar geur, dus bind ik de lange stengels strak tegen de muur onder het raam. Daarachter de schitterend blauwe monnikskappen, die het geweldig doen dit jaar. Ik had bij wijze van herhaling een nieuwe monnikskap verderop in de tuin gezet, maar die haakte af. Ik probeer het volgend jaar opnieuw.
Omdat de vuurdoornbessen nu oranjegeel zijn heb ik het gras toegevoegd. Dat bleek een goede zet, want nu heb ik een gouden-blauw uitzicht. Ik word er elke morgen erg vrolijk van. Vooral met een herfstzonnetje erop zoals nu. Maar dat blauw-geel dat is niet heilig, want er kleuren rode bessen van de kamperfoelie, blauwpaars van de monnikspeper en grijsbruin van de Macleaya. Die laatste kan prachtig bruingeel kleuren in het najaar, maar kennelijk is hij verdroogd en dan verkreukelt hij. Ik vind elke kleur goed, want bij elkaar is het altijd een fijn plaatje, wat ik ook doe.
De rechter tekening is een kijkje uit het raam van de deur. De meidoornheg, die lekker groeit, en volgend jaar privacy gaat geven.