
Het is koud, nat en winderig. En omdat ik toch op de trein moet wachten, maak ik meteen maar mijn schetsdagboek van deze week.
Ik teken aan het einde van het perron onder de grote kastanje. Daar heb je uitzicht op een schattig wit huisje dat ‘Spanje’ heet. Het heeft witte muren en een rood dak. En van die leuke raampjes. Ik heb het al heel vaak getekend, snel, aandachtig, slordig en netjes; het is altijd een leuk plaatje.
De hoge populier erachter staat een eindje verderop langs het spoor, en is een markeringspunt als je Warffum uit de verte ziet. Verder staan er een paar hoge essen. Dat zijn geen vrolijke bomen in deze tijd van het jaar, want de zaden hangen altijd zo droevig in bosjes aan de inmiddels kale boom. Essen zijn prachtig als ze in de Vogezen staan, heel oud, en begroeid met allerlei mooie korstmossen. Ik vind ze hier in Nederland zelden mooi. Dan staan er een ook nog een paar kleine kromme fruitboompjes voor het huisje. En op de voorgrond natuurlijk altijd even een stuk van de kastanje tekenen, zodat je kunt zien welk jaargetijde het is. Druppels aan de kale takken, nou dan weet je het wel.