vrijdag 7 februari 2025

De zon schijnt, maar de wind waait hard en het is 2 graden. Dat heet schrale wind.

Dus op naar het Warffumer bos waar het misschien een beetje beschut is. Tijdens het fietsen over het asfaltpad val ik meteen op het daslook, dat boven de grond komt met zijn hardgroene blaadjes. Daarnaast is een stronk met prachtig lichtgroen mos, dus ik fiets terug door het bos en parkeer mijn fiets.

Het is nog een hele toer om op dat plekje te komen, want er staan allerlei dunne iepenstruikjes, die akelig in mijn gezicht zwiepen. Maar ik vind het plekje en installeer mijn gele stoeltje, mijn pennenetui, de kleurpotloden en mijn grote plastic zak, in geval van plotselinge regen. Zo zeg, wat zit ik hier goddelijk. Mensen die voorbij komen groeten me en ik hoop stiekem dat ze zoiets ook gaan doen. Waarom niet?

Boven mijn hoofd waait de wind hard in de boomtoppen, wat klinkt als de zee. Leuk, dat houd ik maar zo. En hier beneden is het heerlijk. En zo windstil dat ik heel gedetailleerd kan tekenen, heel dichtbij en heel precies.

De bodem op de rechterbladzijde is vol met dat schitterende mos (laddermos?) over takken en boomstronken heen. Met daartussen de blaadjes daslook, wat trouwens enorm ruikt nu ik het met mijn voeten zit te pletten. De linkerbladzijde is tien meter verderop waar ik een totaal andere onderbegroeiing zie onder de hazelaars: aronskelk en gevlekte dovenetel. Heel anders. Dus dat leg ik ook vast. Ik geniet van al dat moois. Misschien is het wel lente.