
Prachtig weer, rustig, zonnig en warm.
Ik had vanmorgen een leuk plekje gezien achter de heg bij het station. Ik dacht dat ik daar het dorp van een afstand zou gaan tekenen, maar aangekomen viel ik toch op deze bomen. Ik heb ze jaren geleden ook getekend, en ze staan er gelukkig nog steeds: met een dikke jas van klimop. Geweldig, en heel fijn voor alle vogels die ik heen en weer zie vliegen. Bijna overal zouden ze die klimop weghalen onder het mom van ‘netjes’ of ‘slecht voor de boom’. Dat is het niet, en die mensen zouden eens in Engeland moeten gaan kijken, daar zie je bij iedere straathoek zo’n boom.
Over vogels gesproken: er zitten verschillende paartjes roeken in de hoge bomen bij de boerderij. Heel grote zwarte vogels met een duidelijk grote, lichte snavel. Ze vliegen steeds twee aan twee, alsof ze bang zijn elkaar kwijt te raken.
Schetsen. Ik begin met het volgekleurde elektriciteitshuisje. Ik lees iets van ‘Dirs’, maar ik kan er niets van maken. Dan begin ik met olijfgroen aan de lichte delen van de klimop, dan de donkere partijen, en tenslotte de diepste delen. De takken zijn nog kaal, en juist die tegenstelling boeit me. Hoe doe ik dat? Ik ontdek een penseelstift die bijna droog is, en die geeft precies de goede lijn. Ik zie bij alle bomen een duidelijk verschil in de takjes: de linkse is een plataan, de middelste een esdoorn en de rechter een es.
Ik vind het een zacht plaatje.