
Net het dorp uit. De plek waar ik de allereerste keer een schets gemaakt heb: in de winter van 2016.
Het is nu wat warmer, maar echt voorjaarsachtig is het nog niet. Het enige waaraan je kunt zien dat het lente is, zijn de bomen bij het dorp die een beetje brons kleuren. Verder zijn de boeren bezig met egaliseren en bewerken van de grond. Als de grond nog niet bewerkt is, is het bijna wit, een soort heel lichtgrijs, maar echt bijna wit. Met donkere schaduwen op de grote kluiten. En als het bewerkt wordt, zoals in het veld links bij de boer, wordt het rozebruin. Heel apart. Dat heb ik al eens eerder verteld, maar ik blijf het bijzonder vinden.
Groot hoefblad komt net uit de grond met tropisch roze en paars, en dikke knoesten vol dikke bloembuisjes. Hier en daar een hommel. En in de lucht 1 vogel.
En dat is diep, heel diep, dieptriest.
Hoort er trouwens ook niet een donkergele rand langs het water van honderden dotterbloemen?
En jonge wilgen met katjes?
En – doe eens gek – pinksterbloemen?
Tja.