vrijdag 18 oktober 2024

Hoewel het vanmorgen niets leek, was het vanmiddag stralend weer. Met wolkenluchten die zo snel veranderen dat ik af en toe dacht dat er een bui zou vallen. Misschien moet ik ook nog een grote paraplu meenemen de volgende keer, dan kan ik daar snel onder duiken met al mijn spullen.

Ik ging richting Usquert. Ik hoopte eigenlijk op een plekje bij zo’n mooie herenboerderij. Maar al vrij snel hoorde ik mijn intuïtie ‘linksaf’ zeggen. Ik was al een paar meter verder, maar besloot te luisteren. Het was een betonpad dat vol lag met modder en aan het einde ging het over in een onverharde akkerrand. Ingezaaid met van alles wat echt hier thuishoort: voederwikke, kamille, Phacelia, en aardbeiklaver. Allemaal vrijwel uitgebloeid, dus met zaad dat ik mee kon nemen.

Het was herfstig en bijna stil. Ik genoot van het prachtige akkerlandschap rondom, met bietenvelden, lege paarsbruine akkers en dijken met geelkleurend gras.

Ik wilde eerst tot het einde doorlopen naar de dijk, maar iets zei me dat niet te doen. Later zag ik waarom: er zat een grote kolonie kieviten onderaan de dijk. Dus ik heb aan de kant van het weggetje tussen twee bietenplanten in gezeten. Met die typische bietengeur om me heen. Het was geweldig. Zomaar in een bietenveld.

Alleen: ik neem nooit meer mijn fiets mee in een akker. Ik moest hem het hele eind terug slepen omdat de wielen niet meer draaiden van de modder.