
Vandaag had ik mijn zinnen gezet op het tekenen vanaf het bankje bij het station. Dat bankje staat niet op het station zelf, maar op een stukje gras onder een grote kastanjeboom. Ik wist dat het een bemost en nattig houten bankje was, maar als ik op mijn jas ging zitten moest het uit te houden zijn.
Dus ik ging daarheen en installeerde me op het (inderdaad viezige) bankje. Mijn idee was om de huizen aan de Stationsweg te tekenen. Die zijn echt Gronings en erg mooi. Maar om dat te kunnen zien moest ik achterom kijken, wat heel lastig tekenen is, en bovendien zag ik dan alleen maar takken van de kastanje. Logisch natuurlijk, je moet hier ook niet achterom gaan zitten kijken want het bankje is bedoeld om op de trein te wachten en die moet je dus kunnen zien. Tja. Dat ging dus niet door en ik zocht verwoed naar een ander onderwerp. De schaapjes? Saai. De boom? Heb ik al eens gedaan.
Opeens zag ik hoe het gras onder mijn voeten bedekt was door tientallen bladeren van de kastanje: bruin, roestkleurig, geel en groen. Daartussen het veel te felgroene groene gras, dat bijna onnatuurlijk aandeed. En daartussen lagen de fraaie stelen van de kastanje, bolsters in meerdere kleuren, en een paar laatste kastanjes. Als ik dat nou eens ga tekenen? Een uitdaging, maar die ga ik altijd graag aan.