zaterdag 19 november 2022

Het is koud. Dus ik zit binnen aan mijn fijne werktafel.

Vanmorgen heb ik een rondje door de kerktuin gelopen met Pluma. Die schrok eerst van een grote vrachtwagen en zat te wachten op de hoek tot ik terug kwam. Toen ik haar riep, kwam ze alsnog en huppelde als een blij hondje naast me door de tuin. De schat.

Onderweg heb ik een heleboel stelen van de vleugelnoot geraapt. Dat zijn de lange middenstelen van de geveerde bladeren. Het totale geveerde blad kan wel 50 centimeter lang worden, dat is dus zo lang als mijn arm! De kleinere blaadjes vallen eerst af en dan, na de eerste nachtvorst, vallen ook die lange stelen af. Het pad onder de grote boom ligt er nu mee bezaaid. En dan kan ik het niet laten om de meest dikke stelen te rapen. Geen idee wat ik er mee moet.

Maar in mijn atelier heb ik er een rood touwtje om gebonden en wordt het zo maar een alternatieve bos bloemen.

zaterdag 12 november 2022

Het is koud, nat en winderig. En omdat ik toch op de trein moet wachten, maak ik meteen maar mijn schetsdagboek van deze week.

Ik teken aan het einde van het perron onder de grote kastanje. Daar heb je uitzicht op een schattig wit huisje dat ‘Spanje’ heet. Het heeft witte muren en een rood dak. En van die leuke raampjes. Ik heb het al heel vaak getekend, snel, aandachtig, slordig en netjes; het is altijd een leuk plaatje.

De hoge populier erachter staat een eindje verderop langs het spoor, en is een markeringspunt als je Warffum uit de verte ziet. Verder staan er een paar hoge essen. Dat zijn geen vrolijke bomen in deze tijd van het jaar, want de zaden hangen altijd zo droevig in bosjes aan de inmiddels kale boom. Essen zijn prachtig als ze in de Vogezen staan, heel oud, en begroeid met allerlei mooie korstmossen. Ik vind ze hier in Nederland zelden mooi. Dan staan er een ook nog een paar kleine kromme fruitboompjes voor het huisje. En op de voorgrond natuurlijk altijd even een stuk van de kastanje tekenen, zodat je kunt zien welk jaargetijde het is. Druppels aan de kale takken, nou dan weet je het wel.

zaterdag 5 november 2022

Binnen. Niet omdat het regent, maar omdat ik deze wonderschone blaadjes wil tekenen.

Het zijn de blaadjes van de witte abeel, Populus alba, die hier op het Hogeland overal langs de wegen staat. Een hoge boom met een lange stam, die vaak in drieën splitst. Bovenop staat een grote losse kruin van ronde blaadjes. De bovenkant van de blaadjes is in de zomer mosgroen en de onderkant wit. Dat is een mooi gezicht als de wind door de bomen speelt. Bovendien hoor je dan een geritsel dat me aan een branding doet denken. Het zijn vrij harde blaadjes (die je dus niet mooi kunt drogen, want ze worden zwart).

In de herfst verkleurt de boom naar een warm okergeel en dat blijft niet lang zo, want de boom is vrij snel kaal. Maar soms, en dat is dit jaar, verschijnen er roodgekleurde toppen in de kruin. Dit jaar is er heel veel rood, waarschijnlijk omdat het een warme zomer is geweest. En bij sommige bomen kun je blijven rapen, ik kan het niet laten: ik stap van de fiets en begin met de mooiste. Ja, welke is dat? Het rood is zo intens en zo aantrekkelijk, dat ik met stapels blaadjes thuiskom. Als ik die in een dicht en vochtig plastic doosje bewaar blijven ze dagen goed. Zodat ik ze rustig kan tekenen.

zaterdag 29 oktober 2022

De meidoornheg is in de laatste week toch weer een stukje uitgelopen. Het idee is om de hele heg ergens in de komende weken helemaal in te korten tot de uiteindelijk gewenste vorm. Hij wordt dan in zijn geheel een stuk lager, maar wel horizontaal en wat dichter begroeid denken we.

Het is vandaag zwaar bewolkt en droog, maar alles is nat van de mist. Alle topjes van de heg zijn duidelijk te zien met hun kleine verse knopjes. En aan al die topjes lopen lange draden van spinnen. Met druppels.

Ik lees dat die draden ‘struikeldraden’ heten. Dat is een beetje een vreemd woord voor insecten die bijna altijd vliegend langs komen. Hoezo struikelen ze dan? Ik zie in gedachten hoe een aanvliegend insect struikelt over die draden, het is een soort home-video. In ieder geval raken ze een draad en belanden ze in de ‘hangmat’. Dan denk ik dat die draad dus niet kleverig was, maar dat weet ik niet. Maar ‘hangmat’ is ook al zo’n raar woord, alsof die insecten eens lekker gaan liggen bruinen in de zon in hun hangmat. Zal je net zien, lig je op je rug en dan word je opgegeten, dat was niet de bedoeling! Insecten sterven op de meest gruwelijke manieren.

Als ik een blaadje in de hangmat gooi, komt er ook na een tijdje wachten geen spin. Die komen alleen als dat blaadje in doodsnood is denk ik.

zaterdag 22 oktober 2022

Vrienden van ons hebben twee jonge poesjes, dus ik ga op kraambezoek met mijn schetsboekje.

Ik laat mijn mand staan bij de snel dichtgetrokken deur van de huiskamer en gooi mijn imitatie bontjas er overheen. De twee katjes zitten verspreid door de kamer toe te kijken. Een zit suffig op de rugleuning van de bank en de ander kijkt me van onder de tafel aan. Vanmorgen hebben ze ontdekt hoe ze de leeslamp aan kunnen doen. Altijd handig voor de roman over muizen vanavond. Ze zijn nog niet knuffelbaar, maar dat had ik ook niet verwacht.

Ik krijg toestemming om ze te schetsen en nestel me in een grote draaistoel. Dan vallen ze aan op mijn rieten tas. Die valt al snel om en blijft daardoor half open staan met de slungelige leren hengsels over de grond. En laat dat nou het ultieme speelparadijs zijn. De ene kat erin en de ander er bovenop, of alle twee erin, of alle twee eronder, alle variaties hebben we gezien.

Maar ook de wollige bruine jas bleek een geweldig speeleiland te zijn. Een er op en de ander aanvallend, waardoor het hele spul over de vloer schuift. Of een in de tas en de ander op de jas ervoor, of allebei koprollend over de jas.

Heerlijk. Ik geniet er zo van dat schetsen tegelijk moeilijk is. Ik heb wat houdingen geprobeerd, maar ik had veel kleiner moeten werken, zodat mijn papier niet zo snel vol zou zijn. Thuis ingekleurd en vooral details van de mand toegevoegd. Het geheel ziet er wel zo uit als het was, een bewegende kluwen van nepbont, riet en vachten, waarbij je nooit goed weet wat wàt is.