
Ik zit met mijn kleurpotloden buiten in de zon. De buurman schildert zijn kozijnen en roept dat ik het maar slecht heb…inderdaad, het is afzien. Hoewel, dit te kunnen doen in een demoractisch en vredig land is heel wat.
Ik heb eerder zo’n schets gemaakt bedenk ik; wacht, ik zoek hem er even bij. En na even bladeren heb ik hem: vrijdag 19 maart 2021, een weekje eerder dus. Verdomd, hij is bijna hetzelfde, alleen heeft die schets veel meer beweging, terwijl er geen wind was, staat erbij. Leuk, dat ik daar zo’n woeste draai aan geef dan. Ik had vast een woeste bui. U zou de twee schetsen eens moeten vergelijken.
Nu is het helemaal windstil. En nu ben ik bezig met de kleur blauw. Ik dacht dat het een groenige kleur blauw was, maar bij nader inzien zit er heel veel paars in. Denk ik. En als ik zoiets denk, doe ik het meteen, paars erin, ander blauw, donkerblauw, lichtblauw. Ik rotzooi maar een eind heen, en uiteindelijk wordt de sfeer goed. Een bloeiende boom in een lentelucht. Wat me opvalt zijn de heel donkere takjes die in de schaduw vallen, tussen de met zon beschenen groene takken. En diezelfde takjes zie ik bij mijn eerste boom ook.
Zonder kraai dit keer, maar met twee prachtige tortelduifjes, die natuurlijk net weg zijn als ik ze wil vastleggen.