vrijdag 28 maart 2025

Net het dorp uit. De plek waar ik de allereerste keer een schets gemaakt heb: in de winter van 2016.

Het is nu wat warmer, maar echt voorjaarsachtig is het nog niet. Het enige waaraan je kunt zien dat het lente is, zijn de bomen bij het dorp die een beetje brons kleuren. Verder zijn de boeren bezig met egaliseren en bewerken van de grond. Als de grond nog niet bewerkt is, is het bijna wit, een soort heel lichtgrijs, maar echt bijna wit. Met donkere schaduwen op de grote kluiten. En als het bewerkt wordt, zoals in het veld links bij de boer, wordt het rozebruin. Heel apart. Dat heb ik al eens eerder verteld, maar ik blijf het bijzonder vinden.

Groot hoefblad komt net uit de grond met tropisch roze en paars, en dikke knoesten vol dikke bloembuisjes. Hier en daar een hommel. En in de lucht 1 vogel.
En dat is diep, heel diep, dieptriest.
Hoort er trouwens ook niet een donkergele rand langs het water van honderden dotterbloemen?
En jonge wilgen met katjes?
En – doe eens gek – pinksterbloemen?
Tja.

vrijdag 21 maart 2025

Het is prachtig weer, warm met een stralend blauwe lucht. Dus ga ik eerst maar eens een stuk fietsen richting Usquert. Nu is dat op het Hogeland iets waar ik al vaker in getuind ben. Je denkt ‘lekker een stuk fietsen’, maar buiten het dorp wordt dat ‘lekker’: vechten tegen een behoorlijk stevige tegenwind. Het weer en die wind passen niet bij elkaar.

Aan de Wadwerderweg zie ik een pad naast een boerderij met de schaduwen van de laanbomen op de weg. Ze liggen als zwarte grafische vormen in een mooi patroon op de weg. Lijkt me een prachtig onderwerp, maar om dat te kunnen tekenen moet ik midden op de oprit gaan zitten met mijn gele stoeltje. Op de oprit van een grote boer: er zijn grenzen. Maar de toon is gezet: het gaat om schaduwen vandaag. Het prachtige voorjaarszonnetje in combinatie met nog kale bomen. Deze monumentale bruine beuk is een klassiek voorbeeld daarvan. Maar wel erg ingewikkeld.

Ik heb eerst eens een hele tijd zitten denken hoe ik dat zou aanpakken. Als ik het ‘in lijn’ doe, wordt het erg onoverzichtelijk met al die lijnen. Thuis met aquarel? Lijkt me niet handig. ‘In toon’ dan? Meteen met het goede kleurpotlood? Dat lijkt me een slim idee. De vorm van de takken met een donkere versie van dat potlood en de slagschaduwen met grijs potlood er overheen.

Dan nog, het blijft een intensieve klus. Afgewisseld met gezellige gesprekjes met bekenden die langs komen. Uiteindelijk vind ik de sfeer precies goed: zonnige voorjaarsdag met nog kale bomen.

vrijdag 14 maart 2025

Droog, mooie wolkenluchten, maar af en toe een hagelbui.

Weet je wat? Ik ga gewoon naar de kerktuin met mijn gele stoeltje, dat kan natuurlijk ook. Ik loop eerst even een rondje om de mooiste plek te vinden, en ik zie dat de sneeuwklokjes alweer uitgebloeid zijn. De krokussen zitten dicht vanwege de kou en de narcissen komen nog. Dus alleen hier en daar een scillaatje (‘scillaatje’? zoals chocolaatje? Ik vind het kunnen).

Het is stervenskoud, en ik ben er slecht op gekleed, want ik ben al helemaal bezig met de lente. Dus maak ik in een kwartier een snelle schets met kleur-nummertjes. Zoals een kleurplaat. Het bepalen van de kleurtjes kost nog de meeste tijd.

En dan lekker in mijn warme atelier bij de slapende poes en de gezellige radio inkleuren. Heerlijk.

vrijdag 7 maart 2025

Het is heel makkelijk om een mooie bladzijde te maken als alle krokussen en sneeuwklokjes bloeien. En dan ook nog in die geweldige zon. Met hommels ertussen.

Maar ik voel chaos. Ik wil naar het bruggetje richting Rottum. Het blijkt behoorlijk trappen tegen de wind in, terwijl het zo zacht en zonnig is. Maar de vlaggen staan strak. Het is altijd weer verrassend hier in Groningen, die wind. Ik fiets langs de spoorlijn en zie dat de sloten overal geklepeld zijn: dus leeg en glad. De akkers zijn glad en oneindig. Omgeploegd of al ingezaaid met iets, en met niets anders dan wat de boer wil. Echt niets anders. En geen vogels. Het is een heel droevig gezicht. Of eigenlijk het ontbreken van ieder gezicht.

Ik fiets langs het woeste bosje achter de Milieustraat en zie een vrij droge doorgang het vochtige bos in. Dus ik parkeer mijn fiets en laat me even bijna verleiden door een stukje met waanzinnig mooie bemoste knoesten en gevallen bomen. Prachtig, maar ik wil niet prachtig. Ik wil chaos. Nou, die krijg ik. De helft van de bomen staat nog overeind en de andere helft ligt dwars door het beeld op ooghoogte. Ik heb een kwartier nodig om te wennen aan dit beeld , en dan begin ik te tekenen. Hopend op een ijsvogel, dat stiekem wel.