vrijdag 31 januari 2025

Het is prachtig weer: zon en verschillende wolken. En niet al te koud. Dus ik kies de Noordpolder, ten noorden van Warffum. Ik zet mijn fiets tegen het hek van een dam en loop een stukje langs een sloot. De lucht is fantastisch. Ik zie helemaal rondom alleen maar vlak landschap en een gigantische lucht. Dat is het grote voordeel van het Hogeland, er zijn nergens barrières in het uitzicht. Ik kies de noordoostelijke lucht, dat is hiervandaan in de richting van Noordpolderzijl. De tere kleurtjes spreken me aan.

Ik begin de bomen te tekenen met een heel fijn pennetje, Micron 0.05. Tijdens het tekenen zie ik de boerderij tussen de bomen wat beter en met een straaltje zon kleurt de muur opeens bruinrood, en de stammen van de bomen geelgroen. Mooi gezicht.

Ik zet de omtrek van de wolken met hetzelfde pennetje, wat niet echt goed voelt, maar als ik het licht en huppelend doe moet het goed komen. Ik moet denken aan mijn eerste blog dit jaar, dat zo vreselijk wazig werd. Dat wil ik voorkomen. En het werkt. Het is een lijntje dat bijna niet zichtbaar is, maar wel body geeft.

Verder valt er niet zo heel veel te tekenen. Dus stort ik me op het noteren van de kleuren. De kleurpotloden die ik bij me heb zijn veel te beperkt, dus ik moet het thuis doen. Bijzonder dat er vlak boven het wad altijd een bandje wolken drijft. Vandaag is dat een heel dun lijntje, maar het is er altijd.

Op de terugweg nog even genoten van de honderden vogels boven een nat weiland. En de tientallen die in de lucht aankwamen in lange slierten. Wat een fantastisch gezicht.

vrijdag 24 januari 2025

Harde wind, regen en heel koud. Ik fiets naar de manege, dat lijkt me een fijn plekje.

Ik krijg toestemming om in de stallen te zitten. Ik maak een rondje langs alle paarden en zeg ze gedag. Tenslotte is het wel beleefd om toestemming te vragen. Ze vinden mij totaal niet interessant en gaan door met eten. Alleen als ik rammel met mijn etui (op aanraden van de eigenaar) kijken ze op. Maar ook dat doen ze maar één keer. Ze zijn niet gek.

Zodra ik zit met mijn spullen om me heen word ik bestormd door drie jonge katjes. Van die hele mooie gemarmerde rode. Eén is wel heel erg aanhankelijk en gaat gewoon op mijn hand zitten. Tja, dan kan ik niks meer. Of languit op mijn rechterarm liggen, schattig. Hij springt op een grote zadeltas en verdwijnt in de box van het witte paard links.

Boven me hoor ik tientallen mussen kwetteren en ik zie ze paren op de ijzeren staven boven de paarden. Eén vliegt met een enorme stengel stro door de lucht. ‘Vrouw, kijk eens wat ik gevonden heb’.

Verder loeit de wind door alle kieren en tegen de golfplaten. Het is helemaal niet zo behaaglijk als ik gedacht had. Sterker nog, ik heb ijskoude vingers. Dus even de kleuren erbij en weer naar huis.

vrijdag 17 januari 2025

Heel mistig en druppelig. Koud. En toch loont het altijd als ik naar buiten ga. Want er gebeurt altijd wat, er is altijd iets te zien.

Ik dwaal een beetje door het noordelijke gedeelte van Warffum: Helpman. Het is overal even mistroostig en koud, dus ik ben heel benieuwd wat ik ga aantreffen. Die schimmige populieren? De wazige verte? Het kan me niet echt raken. Tot ik opeens op de rem van mijn fiets sta bij een enorme pol oud riet. Het is allemaal supernat en rommelig en toch. De bladeren zitten laag bij de grond en zijn een grote massa Napelsgeel geworden. Daar bovenuit steken de enkele stelen van rietpluimen. Het raakt me, de kleur raakt me, de massaliteit en het ritme.

Ik zoek een plek en sla aan het schetsen op mijn lage, gele stoeltje. Leuk dat ik commentaar krijg van voorbijgangers, want dit blijkt een populaire hondenroute. Ik geef zelfs iemand mijn kaartje zodat ze kan zien wat ik teken en schrijf. Ik probeer mijn gevoel te vangen.

Daarna zit ik nog een hele tijd te staren naar de horizon. Er is helemaal niets te zien. Dat is toch bijzonder? Zowel links als rechts helemaal niets. Het niks boven Groningen.

Ik hoor het druppelen van twee drainagebuizen in de sloot, ik hoor tientallen ganzen die ik niet zie, ik zie een aalscholver, een buizerd en een grote groep meesachtigen. Verder helemaal niks. Of toch? Zie ik daar nou in de verte een vuurtoren? Ik weet dat het de NAM-locatie is, maar een geheimzinnig nieuw eiland is leuker.

vrijdag 10 januari 2025

Mooi weer, niet al te koud. Ik kan dus iets verder van huis. De lucht is blauw, maar met donkere en witte wolken, dus er zou een hagelbui kunnen vallen. Voor het geval dat neem ik een grote blauwe puinzak mee, die ik over alles heen kan trekken.

Ik besluit naar het ‘geheime’ stukje natuur te gaan achter aardappelfabriek Aviko/Rixona in Den Andel. Een ruig stuk natuur met allerlei soorten planten, daar heb ik zin in. De fabriek ruikt weer heerlijk muf als ik er langs fiets. Ik parkeer bij een enorm hek en loop verder. Alleen is het pad heel breed geworden en er staan tientallen voetstappen die extreem modderig zijn. Nou ja, dat heb ik er voor over.

Aangekomen bij het bosje blijkt er een bord te staan met wat je er zoal kunt zien: ijsvogels onder andere. Het is veranderd, ik was er al bang voor toen ik het brede pad en dat bord zag. Wat een teleurstelling. Het dieptepunt vind ik de prullenbak die er staat. Ik maak een schets, puur uit gewoonte, en zonder bevlieging. Nou, dat is te zien.

vrijdag 3 januari 2025

Sneeuwbuien, 3 graden en vrij stevige wind. Ik ga mooi niet naar buiten.

Ik zet het gele stoeltje in mijn atelier. Ik kies voor de verste hoek van het atelier met uitzicht op de voordeur. Dat is niet het mooiste uitzicht, maar de andere kant op tekenen is stukken kouder, want in de etalage zit nog oud, enkel glas. Dus lekker hier in de warme hoek. Ik zit heel laag op dit stoeltje, dus het perspectief is opeens anders dan normaal. Kikvorsperspectief.

Ik besluit de mierenwandel-methode toe te passen. Dat houdt in: vooraan beginnen en naar achteren toe werken. Dus vanuit de prullenbak links vooraan met mijn pennelijn denkbeeldig overstappen op alles ‘wat er aan vast zit’. Vanuit de prop naar de handdoek, en vanuit de handdoek naar Frits, de bergeend. En zo het atelier rond tot ik recht in de boekenkast uitkom. Het is ontspannend tekenen, want het perspectief is het laatste waar ik me druk om maak. Heerlijk. Al tekenend kom ik al mijn dierbare schatten tegen.

Maar tijdens het tekenen verschijnt er licht buiten. En nog meer licht. En veel, zelfs stralend licht. Het zal toch geen zon zijn? Je gelooft het niet. Dat wordt dus een heel andere sfeer dan ik dacht en ik moet gaan kijken waar het licht allemaal op valt, zodat ik het leeg kan laten: en inkleuren met geel. Ook leuk, ik houd wel van een beetje improviseren.