vrijdag 27 december 2024

Zwaar bewolkt, 4 graden en vrijwel geen wind. Maar het gras is nat en aan de boomtakken hangen koude druppels.

OK. Ik ga richting den Andel omdat ik die kant nog niet op ben geweest met mijn nieuwe project: ‘het gele stoeltje’. Ik neem de saaie betonweg vlak voor de patatfabriek en stap af als ik een graspad zie. Ik ben hier nog nooit in geweest, eens even kijken. Het is een blotevoetenpad. Nou, ik ben blij dat ik nu twee paar sokken aan heb en mijn Australische outdoor schoenen. In mum van tijd zijn de neuzen van mijn schoenen doorweekt en mijn sokken ook. Die schoenen zijn helemaal niet vochtbestendig dus. Je ziet op reclames altijd mensen door een beek waden met dit soort schoenen, maar dat zijn natuurlijk droge beken. Zoiets als droge wijn.

Ik zet mijn gele stoeltje neer onder de struiken van het bosje achter me. Daar heb ik uitzicht op de doorgaande weg richting Winsum, met de prachtige abelen bij Breede. Het is dat ik het weet, maar ik zie het niet. Ik zie een rij grasjes en riet op de voorgrond en dan een nevelige laag tot aan de boomkruinen. Heel erg mooi, maar hoe teken je dat? Voorzichtig. Heel zachtjes en dun. Net zoals de leegte van dit landschap is: zachtjes en dun. Als het aan de rechterkant van mijn tekening heel donker begint te worden, is het tijd om te stoppen, maar dan ben ik ook al een uur bezig. Ik loop nog even een rondje met mijn dagelijkse Kanzi appel en dan spring ik weer op de fiets.

vrijdag 20 december 2024

Zonnetje, niet al te veel wind en 6 graden. Topweer dus. Ik besluit zomaar een stuk te gaan fietsen. Ik rijd vanzelf richting Usquert, terwijl ik eigenlijk de Noordpolder in gedachten had. Misschien kan ik ergens doorsteken.

Ik sta op de rem bij Villa Wadwerda. Het oude huis ligt zo prachtig in het strijklicht, dat ik mijn stoeltje opstel achter een grote struik, niet zichtbaar vanaf de weg. Van hieraf kan ik het huis en de prachtige schuur zien. Het is een goed plekkie, want ik zie verschillende bekenden op de fiets, die mij niet zien. Mooi zo.

Ik ben een beetje zenuwachtig, want er staan twee auto’s bij de villa, en ik weet dat het gedeeltelijk bewoond is. Ik hoop dat ze me niet zien hier achter de stammen. Toen we hier net woonden, zo’n 7 jaar geleden, was deze prachtige Art Deco-villa vervallen, maar op een heel charmante, romantische manier. Ik heb verschillende keren op de weg staan dromen over het interieur en stelde me voor een spannende roman te schrijven over dit huis. Dat romantische stadium is nu helaas voorbij. De witte buitenmuren zijn groen van de lekkende goten, de verf is meer dan gebladderd en het ziet er naar uit dat opknappen een vermogen gaat kosten. En toch, het is nog steeds zeer de moeite waard. Ik hoop maar dat er snel iemand komt die dat gaat doen.

vrijdag 13 december 2024

Heel koud (2 graden) en een klein windje. Miezerig, grijs en saai.

Bomen dan maar? Ik was al op weg naar de abelen toen ik dacht aan de ijzige kou op de plek waar ik wilde gaan zitten. ‘Zeg, het hóeft niet, hè?’ dacht ik.

Een iets beschutter plek in het Warffumer Bos mag ook, dus ik keerde om. En vlak voordat het fietspad het bos in gaat is er aan de linkerkant naast het spoor een vierkante vijver: het oude zwembad. Het zat er stampvol met meerkoeten. Omdat ik vanmorgen een les ‘Vogels tekenen’ had gegeven, kreeg ik wel zin in een studie vogels schetsen.

Net toen ik alles uitgestald had en op mijn gele stoeltje zat, kwamen er twee knobbelzwanen langs glijden. Zoooo mooi, achter de gele rietstengels. Maar ik durfde mijn schetsboek niet te pakken uit angst dat ze zouden schrikken. Eén schets is nog uit mijn hoofd gelukt toen ze alweer wegzwommen, en die zwaan staat nu met zijn lijf tegen de kerk aan. Veel te groot natuurlijk. Maar zo gaat dat met snelle schetsen. Er zit ook een meerkoet op de spoorrails.

En ik heb weer wat geleerd: de krakeend. Een heel mooi grijs eendje. (Thuis opgezocht). Eleganter dan een wilde eend en met een smallere snavel. En er was een meerkoet die iedereen aanviel en heel hard ‘kiiiep’ riep. En ik heb geprobeerd te schetsen hoe een meerkoet het water induikt. Zo soepel.

vrijdag 6 december 2024

Op naar de Noordpolder. Er staat een stevige wind, dus ik wil graag riet tekenen. Als het niet gemaaid is.

Dat is het dus wel. Waarom nou toch? Niet alleen is het zo’n bloot gezicht in de winter, maar er leven toch ook reeën in dit gebied die moeten kunnen schuilen, spinnen met hun web, eenden, vogeltjes, kortom, allerlei beessies? En het zijn zo’n beetje nog de enige planten die er staan. Anyway, ik vind nog een (blijkbaar moeilijk te maaien) stukje riet bij een hek waar ik redelijk kan zitten op mijn gele stoeltje. Het riet staat bijna in een hoek van 45 graden, zo hard waait het.

Ik begin met het aangeven van het mooie oude paaltje, dan heb ik tenminste iets wat blijft staan. Van daaruit kan ik alle onderdelen van het landschap tekenen. Hé, ik zie het dak van de Waddenhoeve in de verte als de zon eventjes fel schijnt. Het dak zit visueel aan het paaltje vastgeplakt, dus dat is handig. De bomen waaien allemaal naar het oosten, en de meeuwen gaan er recht tegenin, zodat ze stil in de lucht blijven hangen. Die witte buikjes tegen de zwarte lucht zijn mooi, en horen ook echt bij dit weer. Verderop in het landschap weet ik een stuk wild land, waar ik nu grote zwermen zwarte stipjes zie. Als het niet zo zwaar fietsen was, ging ik er even kijken. Dankzij de harde wind verandert de lucht aan de lopende band. Waar ik net fel groenachtig blauw zag, is nu een donkere band wolken, en bovenin de lucht verschijnt opeens paarsblauw. Ik kleur rechtstreeks met mijn kleurpotloden overal een stukje lucht dat me opvalt, zodat het een stripverhaal wordt van een halfuur kijken. En dan begint het zachtjes te spetteren.